diagnosticeren patient met COPD

 

 

Verpleegkundig diagnosticeren

bij mensen met COPD

 

 

INLEIDING

In Nederland neemt de belangstelling voor verpleegkundige diagnostiek toe en krijgt een plaats in de

zorg voor de patiënt met COPD (chronic obstructive pulmonary disease). In 'Verpleegkundig

diagnosticeren bij mensen met COPD' is het denk- en redeneerproces beschreven dat noodzakelijk is

om een verpleegkundige diagnose te stellen. De vertaalslag van theorie naar praktijk is gemaakt door

drie verpleegkundige diagnoses die veel voorkomen bij mensen met COPD uit te werken.

Hierbij is de 'Handleiding Verpleegkundige Diagnostiek 1995-1996' van M. Gordon de basis. Deze

handleiding is onmisbaar bij het lezen van 'Verpleegkundig diagnosticeren bij mensen met COPD'.

 

VERPLEEGKUNDIGE ANAMNESE EN OBSERVATIES

 

Situatiebeschrijving

Mevrouw Geel is zeventig jaar en gehuwd. Ze heeft twee zoons. Een van beide zoons woont in

dezelfde woonplaats. Hij en zijn vrouw komen dagelijks even bij het echtpaar kijken, ook de

kleinkinderen komen regelmatig langs. De andere zoon woont met zijn gezin op 150 kilometer afstand

en is daardoor niet dagelijks betrokken bij de zorg. Het echtpaar woont sinds drie jaar in een

serviceflat.

Zeven jaar geleden werd longemfyseem geconstateerd.

 

 

Anamnesegesprek en observaties volgens de gezondheidspatronen van Gordon

Patroon van gezondheidsbeleving en -instandhouding

Mevrouw vertelt altijd gezond te zijn geweest en nooit klachten van benauwheid te hebben gehad. Ze

zegt vroeger veel gerookt te hebben, dertig sigaretten per dag. Nu rookt ze niet meer zoveel, af en

toe een sigaret om goed te kunnen ophoesten: 'Dat kan toch geen kwaad?'

Bij doorvragen blijkt mevrouw vroeger veel bronchitisklachten te hebben gehad, ze is vaak en

langdurig verkouden en ze hoest veel.

Mevrouw Geel zegt dat ze de longartsen nooit heeft geloofd en hen maar liet praten: 'Het ging toch

goed'.

De laatste tijd gaat het echter niet goed, zegt ze zelf. Mevrouw lijkt dit niet te kunnen begrijpen en

vraagt steeds om uitleg. Regelmatig heeft zij longontstekingen, waarbij ze veel last heeft van

vastzittend sputum, hoesten en benauwdheid. Het lijkt er op dat ze de kracht niet heeft om goed op te

hoesten. Hoe dit komt lijkt zij niet te weten: 'Ik kom al twee jaar de deur niet meer uit'. Sinds twee jaar

krijgt zij vierentwintig uur per dag zuurstof, twee liter, via een zuurstofconcentrator. Haar man helpt

haar volledig met de zuurstoftoediening.

Tijdens een longontsteking schrijft de huisarts over het algemeen een prednisonkuur van zeven

dagen voor. Daarnaast vernevelt zij dan extra medicijnen (acht keer in plaats van zes keer). Voor

deze ontstekingen is mevrouw regelmatig opgenomen geweest.

Mevrouw Geel weet dat er aan het longemfyseem zelf niets te doen is. Kortgeleden heeft zij aan de

huisarts aangegeven niet meer in het ziekenhuis opgenomen te willen worden. Vanwege hartklachten

en een hoge bloeddruk heeft de cardioloog medicijnen voorgeschreven. Zij heeft verklaard niet

gereanimeerd te willen worden.

Verpleegkundige observatie

Mevrouw is zeer mager en heeft een blauw/grauwe kleur. Ze heeft een piepende ademhaling en is

benauwd en kan daardoor moeilijk een gesprek voeren. Ze heeft een naar voren gebogen houding en

de borstkas is misvormd. Ze rochelt en heeft een zuurstofslangetje (neusvorkje) in haar neus. Haar

pols is 92 per minuut, temperatuur 39,5°C en haar bloeddruk 160/90 mm/Hg.

 

Voedings- en stofwisselingspatroon

Vanwege de ernstige benauwdheid is eten en drinken zeer vermoeiend en kost haar erg veel energie.

Ook geeft mevrouw aan snel een vol gevoel te hebben. Mevrouw is het laatste half jaar 8 kg

afgevallen en weegt nu slechts 45 kilo. Tijdens de laatste ziekenhuisopname heeft de diëtiste

mevrouw nadrukkelijk geadviseerd meerdere maaltijden op een dag te gebruiken om een goed lichaamsgewicht

te houden.

Zij vertelt de lunch vaak over te slaan omdat deze te snel na het ontbijt volgt. Ook de warme maaltijd

's avonds staat haar vaak tegen. Drinken doet ze niet zoveel omdat ze dan vaak naar het toilet moet

en dat is erg vermoeiend.

Verpleegkundige observatie

Mevrouw is erg mager (gewicht: 45 kg. ; lengte: 1.76 meter).

Haar huid is erg dun en droog, de huidturgor is slecht, blijft staan.

 

Uitscheidingspatroon

Ontlasting komt om de dag en is hard van consistentie, waar ze overigens geen last van heeft.

Zij heeft geen last van buikkrampen. De urine komt regelmatig met kleine beetjes en is donker van

kleur. Zij zegt geen incontinentieproblemen te hebben. Mevrouw heeft geen hulp nodig bij het naar

het toilet gaan, hoewel dit zeer vermoeiend voor haar is. Zij heeft het niet snel warm of koud en

transpireert zelden. Door het continue ademen door haar mond heeft zij last van een droge mond en

keel.

Verpleegkundige observatie

Mevrouw heeft droge schrale lippen en korstjes in haar mondhoeken.

 

Activiteitenpatroon

Zelfstandig lopen is mogelijk met behulp van een rollator. Ze loopt dan van de slaapkamer (naast de

woonkamer) naar de stoel; van de stoel naar de keuken en van de stoel naar de badkamer. Alle

vertrekken grenzen aan de woonkamer en er zijn geen drempels.

Zij is al twee jaar niet naar buiten geweest, uit angst kou te vatten en vanwege het zuurstofgebruik.

Mevrouw is bang dat de kleine cylinder onderweg opraakt, bovendien vindt ze het gestaar van de

mensen vervelend.

Wel gaat mevrouw als ze een goede dag heeft met haar echtgenoot mee naar het winkeltje en de

bibliotheek beneden.

Overdag zit zij veel te lezen of ze kijkt samen met haar man naar de televisie. Schrijven gaat moeilijk

omdat ze dan gaat trillen. Met haar kleinkinderen speelt ze graag een potje Rummikub.

ADL: Na elke, ook minimale, inspanning is mevrouw uitgeput en moet zij happend naar adem

ongeveer een kwartier bijkomen. Ze kan zeer weinig activiteiten verrichten en elke activiteit die zij

onderneemt, doet ze snel en gehaast.

Ze wordt dagelijks geholpen met het wassen en aankleden door de wijkverpleegkundige. De laatste

maanden komt het vaker voor dat zij niet meer aangekleed wil worden aangezien het uitkleden 's

avonds te inspannend is ondanks de hulp van haar man.

HDL: Het huishouden wordt gedaan door de gezinszorg, die drie keer per week drie uur langs komt.

Ook de kinderen en kleinkinderen springen regelmatig bij.

Verpleegkundige observatie

Mevrouw zit continu in dezelfde houding, voorovergebogen in de stoel. Naast haar liggen een

stapeltje boeken en de afstandsbediening van de televisie.

Na een paar stappen lopen is zij uitgeput en kan enkele minuten niet praten. Zij zit op een

vezelkussen ter voorkoming van decubitus.

 

Slaap- en rustpatroon

Mevrouw zegt geen problemen met het slapen te hebben. Zij neemt elke avond om 22.00 uur een

slaaptablet en slaapt dan redelijk tot ongeveer 7.00 uur door. Om 9.00 uur staat ze op als de

wijkverpleegkundige komt. Echt uitgerust voelt ze zich echter nooit.

Mevrouw gaat 's middags regelmatig even naar bed om te rusten.

Nederlands Astma Fonds 2004 / Verpleegkundig diagnosticeren bij mensen met COPD

Verpleegkundige observatie

Mevrouw ziet er moe uit met donkere kringen onder haar ogen.

 

Denk- en waarnemingspatroon

Het gezichtsvermogen is goed met behulp van een bril. Zij heeft een aparte leesbril. Het gehoor is

volgens mevrouw goed. Het geheugen is goed, zij weet alles tot in details terug te vertellen, een

enkele keer herhaalt zij dingen. Zij staat open voor nieuwe zaken maar moet hier altijd eerst aan

wennen. Bij suggesties om wat in de verzorging te veranderen vraagt zij doorgaans wat bedenktijd.

Verpleegkundige observatie

Mevrouw kan zich goed uitdrukken en is duidelijk in haar beslissingen omtrent wat ze wel en niet

meer wil. Ze wil graag over haar problemen omtrent haar ziekte praten. Soms praat ze over dingen

heen of lijkt ze bepaalde zaken niet te horen. De radio of televisie staan vaak hard aan.

Zelfperceptie- en zelfbeeldpatroon

Ondanks de steun en zorg van haar man en kinderen, ziet zij de toekomst somber in. Zij zegt zich

vaak moedeloos en neerslachtig te voelen. Ook voelt ze zich vaak schuldig ten opzichte van haar

gezin. Vroeger was zij altijd optimistisch en een echte doorzetter.

Bij een benauwdheid is ze bang niet genoeg lucht te kunnen krijgen, dit gebeurt de laatste tijd steeds

vaker.

Mevrouw zegt ontevreden te zijn met haar uiterlijk: 'Vel over been'. Ook haar slechte conditie ergert

haar.

Verpleegkundige observatie

Haar jurk is veel te ruim en het haar is dof en slecht verzorgd. Haar nagels zijn kort afgeknipt.

 

Rollen- en relatiepatroon

Mevrouw Geel woont met haar man in een serviceflat. Zij heeft een hechte band met haar man,

kinderen en kleinkinderen. Haar vriendin komt haar wekelijks bezoeken. Met de medebewoners van

de flat heeft het echtpaar een goed contact en regelmatig komt een van de buren langs. Mevrouw wil

niet al haar problemen met haar familie bespreken, met name haar angst om te stikken wil ze met

hen niet bespreken. Zij voelt zich erg afhankelijk en wil niet alles vragen aan haar naasten: ' Zij

moeten al zoveel voor mij doen'. Haar familie is zeer bezorgd, maar verwoordt dit niet.

Verpleegkundige observatie

Naast mevrouw staat de telefoon waar ze, als ze niet benauwd is, regelmatig gebruik van maakt om

met haar kinderen te bellen.

 

Seksualiteit- en voortplantingspatroon

Met haar man heeft ze een warme relatie. Zij spreekt met veel liefde over hem. Sinds enige jaren

heeft zij geen aktieve seksuele relatie meer met haar man.

Verpleegkundige observatie

Het echtpaar gaat liefdevol met elkaar om. Het echtpaar heeft 1 slaapkamer, ondanks het hoesten en

de benauwdheid van mevrouw slapen zij samen.

 

Coping- en stresstolerantiepatroon

De lichamelijke achteruitgang van mevrouw, waardoor zij weinig activiteiten kan verrichten is volgens

haar een grote stressfactor. Wel willen, maar niet kunnen! Zij zegt de hele dag bezig te zijn met lucht

krijgen.

Mevrouw geeft aan behoefte te hebben aan praten over haar toekomstverwachting en levenseinde.

Zij doet dit alleen met professionele hulpverleners zoals de huisarts en de wijkverpleegkundige.

Wanneer zij erg nerveus is mag zij van de huisarts een tabletje oxazepam nemen.

Mevrouw geeft aan dat ze aan haar man en kinderen merkt dat ze zich zorgen maken over haar.

Haar man en kinderen praten er met haar, maar ook met de huisarts en de wijkverpleegkundige niet

over. Zij lijken het contact met huisarts en wijkverpleegkundige te mijden.

Nederlands Astma Fonds 2004 / Verpleegkundig diagnosticeren bij mensen met COPD

Verpleegkundige observatie

Een gesprek met de partner en andere familie over andere dan praktische zaken gaat zeer moeizaam

en wordt ontweken.

 

Waarden- en (geloofs)overtuigingspatroon

Mw. G. is niet verbonden aan een kerk, wel gelooft zij in 'iets'. Zij wil graag dat iedereen eerlijk is

tegen haar. Een kunstmatige levensverlenging wil zij niet. Zij heeft daarom verklaard niet

gereanimeerd te willen worden.

Verpleegkundige observatie

Mevrouw is eerst onrustig als dit onderwerp ter sprake is, in de loop van het gesprek wordt zij rustiger

en kan goed aangeven waarom zij deze keuzes maakt.

 

Aanvullende gegevens

Medicatie:

ipratropium (Atrovent_), unit-dose a 0,5 mg in 2 ml } samen vernevelen 6x daags

salbutamol (Ventolin_), inhalatie vloeistof 5 mg/ml } met 1 ml fysiologisch zout

beclomethason (Becotide_), 4 x daags een pufje met voorzetkamer

prednison, 1x daags 5 mg oraal

theophylline, 2x daags 300 mg

acetylcysteïne, (Fluimucil_), 2x daags 600 mg bruistablet

temazepam (Normison_), 1x daags 10 mg (voor het slapen)

oxazepam (Seresta_), zo nodig 10 mg

calcium,1x daags 1000 mg

alendroninezuur (Fosamax_), 1x daags 10 mg

 

VAN GEGEVENS TOT VOORLOPIGE VERPLEEGKUNDIGE DIAGNOSE

Uit de verpleegkundige anamnese en observaties van mevrouw Geel worden een aantal gegevens

verkregen die op grond van de kennis en ervaring van de verpleegkundige geselecteerd worden en in

dit hoofdstuk als aanwijzingen worden geordend volgens de Functionele Gezondheidspatronen van

Gordon. Met behulp van de geordende aanwijzingen kan worden gezocht naar een voorlopige

diagnose, ook wel hypothetische diagnose genoemd. Een drietal voorlopige diagnoses wordt in

hoofdstuk 4 gerelateerd aan een aantal erkende verpleegkundige diagnoses van de North American

Nursing Diagnosis Association (NANDA).

 

Ordening van de aanwijzingen

Patroon van gezondheidsbeleving en gezondheidsinstandhouding:

  • · Nooit klachten
  • · Veel gerookt
  • · Af en toe een sigaret, ophoesten
  • · Bronchitisklachten
  • · Longarts nooit geloofd
  • · De achteruitgang niet begrijpen
  • · Longontstekingen
  • · Hoesten
  • · Vastzittend sputum
  • · Benauwd
  • · Al twee jaar de deur niet uit
  • · Mager
  • · Blauw-grauwe kleur
  • · Moeilijk een gesprek voeren
  • · Rochelen
  • · Gebogen houding
  • · Vergroeiïng van de borstkas

Voedings- en stofwisselingspatroon

  • · Eten en drinken is zeer vermoeiend
  • · Snel 'vol' gevoel
  • · Sterk afgevallen
  • · Overslaan lunch
  • · Drinkt niet zoveel
  • · Geen trek in warme maaltijd

Uitscheidingspatroon

  • · Huid dun en droog
  • · Huidturgor slecht
  • · Urine donker
  • · Droge mond en keel
  • · Harde ontlasting

Activiteitenpatroon

  • · Angst dat de cilinder opraakt
  • · Gestaar van mensen
  • · Schrijven moeilijk i.v.m. trillen
  • · Snel vermoeid
  • · Activiteiten te gehaast
  • · Hulp bij wassen en aankleden
  • · Uitkleden te vermoeiend
  • · Hulp bij huishouden
  • · Antidecubituskussen

 

  • · Slechte conditie
  • · Weinig activiteiten
  • · Gebruikt rollator

Slaap-rustpatroon

  • · Slaapt goed
  • · Nooit echt uitgerust
  • · 's Middags rusten
  • · Moe uiterlijk, kringen

Denk- en waarnemingspatroon

  • · Negeren van opmerkingen van de longarts
  • · Behoefte aan uitleg

Zelfperceptie- en zelfbeeldpatroon

  • · Somber toekomstbeeld
  • · Moedeloos, neerslachtig
  • · Onvrede over uiterlijk
  • · Dof, slecht verzorgd haar
  • · Veel te ruime kleding

Rol- en relatiepatroon

  • · Schuldig t.o.v. gezin
  • · Niet alle problemen met de familie bespreken
  • · Afhankelijk
  • · Gesprek met de familie niet mogelijk

Seksualiteits- en voortplantingspatroon

Coping- en stresstolerantiepatroon

  • · Angst voor kou vatten
  • · Nerveus
  • · Angst dat de cilinder leeg raakt

Waarden- en levensovertuigingsenpatroon

  • · Wil niet gereanimeerd worden

 

DRIE VERPLEEGKUNDIGE DIAGNOSES

Voor de casus van mevrouw Geel worden drie diagnoses uitgewerkt namelijk 'kennistekort',

'ineffectieve luchtwegreiniging' en 'voedingstekort'1. Deze diagnoses zijn gekozen omdat ze frequent

worden aangetroffen bij de medische diagnose COPD.

 

Diagnose Kennistekort (rond ziektebeeld, behandeling en leefregels)

Onvermogen om informatie of uitleg te geven over gezondheidsgewoonten,

gezondheidsinstandhouding en/of behandelingsprocedures of de hiervoor vereiste vaardigheden ten

uitvoer te brengen; rond

  • · ziektebeeld
  • · behandeling
  • · leefregels

1 De diagnoses zijn goedgekeurd door de North American Nursing Diagnoses Association (NANDA)

2 Gordon, M., Handleiding verpleegkundige diagnostiek 1998-1996, De Tijdstroom, Utrecht 1996

 

Bepalende kenmerken volgens NANDA Bepalende kenmerken uit casus mw. Geel

Diagnostische aanwijzingen:

  • · geuit gebrek aan kennis
  • · observatie dat verstrekte informatie niet is onthouden of verkeerd is

begrepen en een of meer van de volgende aanwijzingen

  • · onvermogen om informatie adequaat te herhalen of een vaardigheid

voor te doen

  • · onjuist antwoord op vragen
  • · onvermogen om instructies op te volgen

Diagnostische aanwijzingen uit casus mevrouw Geel

Geuit gebrek aan kennistekort:

  • · de achtergrond en oorzaak van emfyseem ontbreekt
  • · de verschijnselen van het ziektebeeld zijn onbekend
  • · de oorzaak van longontsteking is onbekend
  • · de oorzaak van regelmatig terugkerende longontstekingen
  • · de gevolgen van emfyseem voor ADL zijn onbekend

De informatie is niet begrepen:

  • · mevrouw begrijpt haar achteruitgang niet

Onvermogen om instructie op te volgen:

  • · voedingspatroon is slecht ondanks adviezen van de diëtist, slaat lunch

over

Ondersteunende aanwijzingen:

  • · vraag om informatie
  • · niet-naleven van gezondheidsvoorschriften
  • · ongepast of overdreven gedrag

Ondersteunende aanwijzingen uit de casus mevrouw Geel

  • · af en toe een sigaret, om goed op te hoesten
  • · nooit klachten, maar wel veel bronchitis gehad en vaak en lang

verkouden geweest en veel gehoest

  • · longontsteking terwijl ze toch al twee jaar de deur niet meer uit komt.
  • · de weinige activiteiten die ze onderneemt doet ze snel en gehaast.
  • · behoefte aan uitleg
  • · de achteruitgang niet begrijpen
  • · nooit klachten
  • · longarts nooit geloofd
  • · overslaan van de lunch, weinig drinken
  • · negeren van opmerkingen van de longarts

 

Oorzakelijk of samenhangende factoren volgens NANDA Oorzakelijk of samenhangende factoren in de casus mw. Geel

  • · verminderd vermogen om informatie op te nemen (bijv. door angst);
  • · gebrek aan interesse;
  • · geringe motivatie om te leren;
  • · ongecompenseerd korte-termijngeheugenverlies;
  • · onvermogen om gebruik te maken van materialen of informatiebronnen

(bijv. vanwege culturele of taalverschillen);

  • · onbekendheid met informatiebronnen
  • · verminderd vermogen om informatie in zich op te nemen door

vermoeidheid;

  • · geringe interesse/motivatie, haar longarts nooit geloofd;
  • · verminderd vermogen te communiceren, spreken gaat moeizaam door

benauwdheid.

Risicogroepen volgens NANDA

  • · nieuwe behandeling;
  • · gecompliceerde behandeling;
  • · tijdelijk of permanent cognitietekort (intellectueel)
  • · gecompliceerd medisch en verpleegkundig behandelplan

 

Diagnose Voedingstekort (als gevolg van longemfyseem)

Onvoldoende inname van voedingsstoffen om aan de fysiologische behoefte te voldoen.

Bepalende kenmerken volgens NANDA Bepalende kenmerken uit casus mw. Geel

Diagnostische aanwijzingen (ondersteund door onderzoek):

  • · gewichtsverlies (bij al dan niet adequate voedselinname); 20% of meer

onder het ideale lichaamsgewicht;

  • · minder voedselinname dan aanbevolen minimale hoeveelheid

(geobserveerd of volgens opgave patiënt)

Diagnostische aanwijzingen uit casus mevrouw Geel

  • · gewichtsverlies: gewicht 45 kg en lengte 1.76 meter. Afgelopen half jaar

8 kg afgevallen. Normaal lichaamsgewicht tussen de 53 en 72 kg.

  • · onvoldoende voedselinname blijkt uit:

- mevrouw geeft aan regelmatig de lunch over te slaan;

- mevrouw geeft aan geen trek te hebben in de warme maaltijd;

- mevrouw geeft aan snel 'vol' te zitten

Ondersteunende aanwijzingen:

  • · vermoeidheid;
  • · capillair-fragiliteit;
  • · bleke conjunctiva en slijmvliezen;
  • · overmatig haarverlies; lage spiertonus;
  • · buikpijn en/of krampen;
  • · diarree en/of steatorroe

Ondersteunende aanwijzingen uit de casus mevrouw Geel

  • · vermoeidheid blijkt uit:

- mevrouw zegt: eten en drinken is te vermoeiend

Nederlands Astma Fonds 2004 / Verpleegkundig diagnosticeren bij mensen met COPD

 

Oorzakelijke of samenhangende factoren volgens NANDA Oorzakelijke of samenhangende factoren uit de casus mw. Geel

  • · pijnlijke/gevoelige mondholte
  • · pijn bij het kauwen (tandcariës)
  • · verandering of verlies van smaak
  • · onvermogen voedsel te kopen/bereiden
  • · diarree, steatorroe
  • · kennistekort (aanbevolen dagelijkse hoeveelheden)
  • · beperkte financiële middelen
  • · sociaal isolement
  • · anorexie, voedselfobieën, snelle verzadiging
  • · verslaving aan een middel
  • · emotionele stress
  • · kieskeurigheid met het eten, vermageringskuren
  • · spierzwakte (kauwen, slikken)

Kennistekort blijkt uit:

  • · ondanks advies diëtist slaat mevrouw de lunch over

Risicogroepen volgend de NANDA

  • · verhoogde stofwisseling/katabolisme
  • · resorptiestoornissen
  • · bij emfyseem verhoogde stofwisseling/katabolisme

 

Diagnose Ineffectieve luchtwegreiniging

Onvermogen om slijm op te hoesten of obstructie van de luchtwegen op te heffen.

Bepalende kenmerken volgens NANDA Bepalende kenmerken uit casus mw. Geel

Diagnostische aanwijzingen (ondersteund door onderzoek):

  • · rhonchi, wheezing (zachtfluitend geluid), crepitaties (knetterend

reutelgeluid) (specificeer locatie)

  • · Met in een later stadium:
  • · noodzaak tot frequent uitzuigen
  • · verhoogde ademhalingsfrequentie (tachypnoe) of gewijzigde

ademhalingsdiepte

  • · verzwakt ademgeruis
  • · geuite kortademigheid/problemen met ademhalen
  • · hypoxemie

Diagnostische aanwijzingen uit casus mevrouw Geel:

  • · rochelen
  • · mevrouw heeft veel last van 'vol zitten', vastzittend sputum en hoesten
  • · ademhalingsfrequentie 28 maal per minuut, pols is 92 slagen per minuut,

temperatuur 39,5°C, tensie 160/90 mm/Hg

  • · er is een fluitend geluid bij het ademen
  • · mevrouw heeft een hypoxemie

Ondersteunende aanwijzingen:

  • · dyspnoe in rust/bij inspanning
  • · hypercapnie
  • · cyanose

Ondersteunende aanwijzingen bij mevrouw Geel:

  • · mevrouw is kortademig in rust
  • · hypercapnie
  • · mevrouw is blauw/grauw

 

Oorzakelijke of samenhangende factoren volgens NANDA Oorzakelijke of samenhangende factoren in de casus mw. Geel

  • · onproductieve hoest
  • · veel taai slijm
  • · energietekort/vermoeidheid
  • · pijn (specificeer locatie)
  • · mevrouw heeft een verminderd vermogen om goed op te hoesten:

- vermoeidheid

- te weinig kracht om op te hoesten

  • · verhoogde slijmproductie door roken en infecties

Risicogroepen

  • · obstructie;
  • · tracheobronchiale infectie
  • · trauma
  • · waarnemings- of cognitietekort
  • · obstructie
  • · tracheobronchiale infectie

 

 

VERPLEEGKUNDIGE DIAGNOSES, RELEVANT VOOR DE

'STANDAARD' COPD-PATIËNT

Samengesteld uit: Gordon M. Handleiding verpleegkundige diagnostiek 1995-1996, De Tijdstroom,

Utrecht 1996.

Bedoeling van deze lijst is aan te geven welke verpleegkundige diagnoses aan de orde kunnen zijn bij

patiënten met de medische diagnose: COPD

Patroon gezondheidsbeleving en -instandhouding

  • · Gezondheidzoekend gedrag
  • · Tekort in gezondheidsonderhoud
  • · Dreigend inadequate opvolging van de behandeling (specificeer gebied)
  • · Tekort in gezondheidsinstandhouding (specificeer gebied)
  • · Dreigend tekort in gezondheidsinstandhouding (specificeer gebied)
  • · Therapie-ontrouw (specificeer gebied)
  • · Infectiegevaar (specificeer type/gebied)

Voedings- en stofwisselingspatroon

  • · Voedingstekort (specificeer gebied)
  • · Veranderd mondslijmvlies (specificeer type verandering)
  • · Dreigend vochttekort
  • · Hyperthermie

Uitscheidingspatroon

  • · Functionele incontinentie
  • · Ineffectief ophoesten

Activiteiten patroon

  • · Verminderd activiteitenpatroon (specificeer niveau)
  • · Dreigend verminderd actviteitsvermogen
  • · Oververmoeidheid
  • · Mobiliteitstekort (specificeer niveau)
  • · Volledig persoonlijke-zorgtekort (specificeer niveau)
  • · Zelfstandigheidstekort in wassen (specificeer niveau)
  • · Zelfstandigheidstekort in kleding/verzorging (specificeer niveau)
  • · Zelfstandigheidstekort in eten (specificeer niveau)
  • · Zelfstandigheidstekort in toiletgang (specificeer niveau)
  • · Ontspanningstekort
  • · Verminderd ademhalingsvermogen
  • · Ineffectieve luchtwegreiniging
  • · Ineffectieve ademhaling
  • · Verstoorde gasuitwisseling

Slaap-rustpatroon

  • · Verstoord slaap-rustpatroon (specificeer type)

Cognitie- en waarnemingspatroon

  • · Kennistekort

Nederlands Astma Fonds 2004 / Verpleegkundig diagnosticeren bij mensen met COPD - bijlage 1

Zelfbelevingspatroon

  • · Angst
  • · Hevige angst (paniek)
  • · Anticiperende angst (licht, matig, hevig)
  • · Reactieve depressie
  • · Moedeloosheid
  • · Machteloosheid
  • · Verstoord lichaamsbeeld

Rollen- en relatiepatroon

  • · Verstoorde rolvervulling (specificeer)
  • · Onopgelost onafhankelijkheids-afhankelijkheidsconflict
  • · Sociaal isolement
  • · Gewijzigde gezinsprocessen (specificeer)
  • · Overbelasting van mantelzorgverlener
  • · Dreigende overbelasting van mantelzorgverlener
  • · Mantelzorgtekort
  • · Verstoorde verbale communicatie

Seksualiteits- en voortplantingspatroon

  • · Gewijzigde seksuele gewoonten
  • · Seksueel dysfunctioneren

Stressverwerkingspatroon

  • · Probleemvermijding
  • · Verminderd aanpassingsvermogen
  • · Bedreigde gezinscoping